25 september 2010

Jacques Vergès te biecht bij de RTBf

.
De Franse strafpleiter Jacques Vergès werd in het koninkrijk Siam geboren, de 5de maart van 1925. Ofwel een jaar eerder, de 20ste april van 1924, want zijn jongere broer Paul werd ook geboren in maart 1925. De registers van het koninkrijk waren niet feilloos.
In ieder geval,Vergès is deze week voor vier dagen in Brussel en hij geeft er elke avond een Conférence.  De RTBf-radio profiteerde daar natuurlijk van om hem voor de microfoon te halen in hun middagmagazine Culture Club. Thema van het gesprek vrijdag, was de schaduwkant die volgens Vergès aan elke mens zit, la part d’ombre.
Hieronder een fragmentje uit dat gesprek, en u zult merken dat de octogénaire Vergès nog heel grappig is, en bijgevolg heel ernstig. Ik vertaal hem ook, want zijn spreeksnelheid is even hoog als altijd, en dus een stuk hoger dan die van bijvoorbeeld onze eigen Vermassen, die met zijn gezeur over parachutes weer van de microfoons niet is weg te slaan.


Je ne suis pas parfait, ma part d’ombre je vous l’avouerai. C’est qu’il y a en moi un pouvoir de mépris très grand. Souvent quand les gens m’insultent, je ne me mets pas en colère, je pense en moi-même: «pauvre type». Et cela va assez loin.
Or en ce moment nous sommes envahis par des humanitaires, bon, ils ont perpétuellement le discours humanitaire à la bouche, et perpétuellement ils sont à la poursuite des gens. Je disais à un ami, membre de la Ligue des Droits de l’Homme, je disais «c’est curieux, votre ligue à été fondée pour défendre un accusé, et aujourd’hui c’est vous qui cherchez les accusés, qui les rabattez vers le procureur, et qui en même temps s’indigne que le procureur ne poursuit pas tout le monde.»  Et, je me rappelle un jour, un soir avoir fait une très mauvaise action, avoir dit à un de ces prétendus humanistes : «Ton humanitarisme, c’est une boutique, tu n’y crois pas toi-même. Ce que vous faites est ignoble. Vous prétendez défendre les Droits de l’Homme, et vous empêchez qu’on puisse penser différemment de vous.» 
Et je sais que depuis il est perpétuellement triste. Je l’ai découvert, je lui ai fait comprendre qu’il était un pauvre type, et je pense que de ma part [...c’était sa part d’ombre à lui, oui... –RTBf]] …que de ma part c’était une mauvaise action.


Ik ben niet volmaakt, en zal u bekennen wat mijn schaduwkant is. Het is zo dat er in mij een bijzonder groot vermogen tot misprijzen zit. Vaak als mensen mij beledigen, maak ik mij niet kwaad, ik denk bij mijzelf: “sukkel”. Dat gaat soms ver.
Kijk, tegenwoordig zijn wij vergeven van de “humanitairen”, bon, eeuwig hebben die de mond vol van humanitaire kletspraat, en eeuwig achtervolgen zij de mensen. Ik zei aan een vriend, lid van de Liga voor de Mensenrechten, ik zei hem: “Het is toch gek, uw liga is opgericht om een beschuldigde bij te staan, en de dag van vandaag zijn jullie het die de beschuldigden gaan zoeken, en hen naar de procureur drijven, en die tegelijk verontwaardigd zijn als de procureur niet iedereen vervolgt.
En ik herinner mij dat ik op een dag, op een avond iets heel lelijks heb gedaan, door aan één van die zogenaamde humanisten te zeggen: “Die humanitaire denkbeelden van je, dat is een rommeltje. Je gelooft er zelf niet eens in. Wat je doet is onwaardig. Je beweert dat je de Rechten van de Mens verdedigt, en je belet dat een ander anders zou denken dan jij.”
En ik besef dat hij sindsdien voortdurend triestig is. Ik heb hem ontmaskerd, en hem doen inzien dat hij een sukkel was, en van mijn kant was dat [...dat was zijn schaduwkant, ja... –RTBf] denk ik iets lelijks.
.

18 september 2010

De mooiste Nederlandse zin van het jaar

.
‘Vijftien jaar had de badkamer met de caravanafmetingen probleemloos dienstgedaan, de sporadisch gekneusde knie niet te na gesproken van wie zich, zijn toilet makend of zich scherend voor het lavabootje, te bruusk omdraaide en aan den lijve moest ervaren hoe gering de speling was gebleven tussen rand en wand.’

Tja... als dàt voor de mooiste Nederlandse zin moet doorgaan, dan zullen we op den duur Marcel Reich-Ranicki nog gelijk moeten geven, met wat die ooit zei in Das Literarische Quartett op de ZDF ...over Hugo Claus nog wel: “...als dat het beste is van de Nederlandse literatuur, dan is dit voor ons Duitsers goed nieuws, want in dat geval hoeven we ons daar geen zorgen meer over te maken”. Dit belette Reich-Ranicki overigens niet om Nooteboom kort daarop miljonair te maken met zijn lovende kritieken in het programma.

Bekijken we die winnende zin nog even. Het laatste verleden deelwoord in het rijtje, “gebleven” namelijk, had Lanoye voordelig weg kunnen laten. Dan had hij weliswaar één  minder verdiend, maar zijn zin had erbij gewonnen. Al kun je niet uitsluiten dat Lanoye een heel sterke contextuele reden had om het woordje toch te laten staan, maar daar zou je het boek voor moeten lezen.

Helaas! zijn eerdere “sporadisch gekneusde knie” klonk al gezocht, en is grammaticaal met moeite verdedigbaar. Sporadisch hier als bijwoord? Een knie wordt niet sporadisch gekneusd, tenzij in een gewrongen stijl, al zal het sporadisch wel voorkomen dat iemand zijn knie kwetst of kneust aan rand of wand, of aan de scherpe kant van teil of tobbe, voor, tijdens of na het schrobben.
Kijk, grammaticaal had sporadische misschien net gekund, maar ook dan was de zin niet gered.

Gelukkig is er inhoudelijk weinig aan te merken op de periode van Lanoye, al zullen er ongetwijfeld hier en daar mannen zijn die onder “zijn toilet maken” weinig meer verstaan dan een snelle scheerbeurt. Zij zullen het apart vermelden ervan wellicht redundant vinden. Ik ben het niet zeker, maar het was geloof ik bij de grote stilist Casanova dat ik een pracht van een badkamerzin las: “Le visage de l'homme se lave au rasoir”.
Die zin is maar 9  waard, en toch vind ik hem stukken sterker dan het lamentabele langdradige gekunstelde geknutsel van Lanoye.
.

11 september 2010

Thilo Sarrazin komt op dreef

.
Aangezien ikzelf in het boek “Deutschland schafft sich ab” van de ex-bankier Thilo Sarrazin pas aan pagina 102 toe ben –een kwart van zijn boek– voel ik mij slecht geplaatst om er een recensie bij te schrijven. Het zijn taaie bladzijden, vol beschouwingen en tabellen over geboortecijfers, Pisa-normen, immigratie en nog meer vervelende dingen. Toen ik goed twee weken terug het boek bij amazon.de bestelde, was het pas uit maar de mensen van amazon stuurden mij nu een exemplaar van de vierde druk, en dat kreeg ik gisteren.
Het Duitse publiek reageert namelijk verkeerd: ze kopen dat boek massaal.

Vanavond in het station Brussel-Zuid zat ik er ijverig in te lezen, in het zonnetje, en toen ik even opkeek omdat de trein binnenreed, zag ik twee meter verder op de bank een meisje dat al lachend haar eigen exemplaar naar mij opstak. Het is niet allemaal treurnis bij het openbaar vervoer.
En laat mijn honderd en twee bladzijden er dan amper honderd meer zijn dan wat het gros van de kwaliteitsjournalisten ooit zal lezen, ik voel mij niet geneigd om in hun scanderende koortjes mee te zingen, en dat meisje, dat nog minder ver gevorderd was, al evenmin.

Ik vertaal nu even wat de Tagesspiegel gisteren te melden had over een debat met deze Sarrazin, in de zaal Urania in Berlijn. Het gaat mij om de laatste twee zinnen van het artikel, niet om de aanval van Sarrazin op Angela Merkel, die pas nog een moedige redevoering uitsprak bij de overhandiging van de Duitse Prijs voor de Persvrijheid (een soort Arkprijs, maar dan voor echt) aan de Deense cartoonist Kurt Westergaard.


IN DE URANIA
Sarrazin komt op dreef – en attaqueert Merkel
Caroline Fetscher
De politie zorgde voor beveiliging van het gebouw, maar bij het optreden van Thilo Sarrazin in de zaal Urania werd er vreedzaam, zij het emotioneel gedebatteerd. De auteur en ex-bankier maakte van de avond ook gebruik om een aanval op kanselier Angela Merkel te plaatsen.


Hij is nu op tournee. Thilo Sarrazin, verlost van de last van zijn ambt bij de Bundesbank, kan nu geheel en al auteur zijn. Vrijdagavond genoot hij van die nieuwe rol in de Berlijnse Urania, een evenementenhal met trekjes van een volkshogeschool. De Peter-Weiss-stichting voor Kunst en Politiek had hem in de Urania uitgenodigd. Het gebouw was omsingeld door politiewagens en werd zwaar bewaakt, maar een escalatie bleef uit. Razend was alleen het applaus in de volle zaal, toen de auteur het podium betrad. Ongeveer de helft van het publiek rees op uit zijn stoel. Minstens even sterk was de bijval bij de eerste pointe. Op de vraag van moderator Christhard Läpple, waarom hij zijn post had opgegeven, pakte Sarrazin terloops de Bondskanselier aan.
Het was toch opmerkelijk, dat een Bondskanselier een boek als “weinig nuttig” ervoer. “De tekeningen van Kurt Westergaard waren met zekerheid evenmin nuttig”, maar de huldiging van de karikaturist was voor haar geen probleem. Er kwam een nauwelijks bedwingbaar applaus. “Zichtbaar wederrechtelijk” was de terugroeping van hem geweest, en Sarrazin verduidelijkte: “Ik geloof niet dat de Bondspresident mij ooit zou hebben ontslagen.”
Diegenen die de begeerde entreekaartjes hadden kunnen bemachtigen waren gekomen om hun bijval te laten horen. “Ik wil mezelf eens een indruk van hem vormen” verklaarde een 51-jarige reclamevrouw in het foyer. “Mij stoort dat eenheidsfront dat zich tegen hem heeft gevormd”, zegt een 34-jarige telecomtechnicus.
Van dit front was vanavond weinig te merken bij het publiek. Enkel op het podium kwam er protest op. Daar moesten Matthias Matussek, de bedrijvige cultuurjournalist, en Jürgen Neffe, auteur en Darwinexpert, en de uit Iran afkomstige regisseur Ali Samadi Ahadi met Sarrazin discussiëren “over alternatieven in de migratiepolitiek, en over de discussiecultuur in Duitsland”.
Oorspronkelijk was ook de deelname voorzien van televisieproducer Walid Nakschbandi. Hem ging echter het gejammer om Sarrazins “openbare terechtstelling” in talkshows te ver, zoals een van de inrichters het had uitgedrukt. Hij zei op het laatste moment af.
Hier moet vrijmoedig gesproken kunnen worden, maande het hoofd van de Urania aan. “Argumenten in plaats van Spandoeken” was het motto van het huis. Nog voor de argumenten, kwamen de sentimenten aan bod.
Al sinds drie weken herkende hij zijn Duitsland niet meer, klaagde Ali Samadi Ahadi, op straat werd hij anders bekeken: “Ik vrees voor de veiligheid van mijn familie!” Verontwaardigd gefluister uit de zaal.
Matussek herinnert de regisseur en vluchteling eraan dat men in Duitsland, anders dan in Iran, tenminste nog ongestraft mag debatteren. Opnieuw laaiende bijval. Nog meer applaus als Sarrazin aan de man, geboren in 1975, tegenwerpt dat Duitse kinderen die op veel schoolpleinen een minderheid vormen, moeten leven met de verbale agressie van Turkse en Arabische schoolgenoten.
Dat ging kennelijk naar de kern van de stemming bij het publiek. Weinig interesse was er bij de toehoorders voor Jürgen Neffe, die de ex-senator erop wees dat hij van de erfelijkheidsleer minder weet had dan een humanioraleerling.
Totaal wég was de zaal bij vraag van de moderator, of er misschien iets schortte aan de media in dit land. Bijna een jubelzang brak er toen los.
.

6 september 2010

Hoofdartikel van Le Monde, vertaald en geannoteerd

.
5 september 2010

België en Nederland verziekt door populisme

Twee Europese democratieën maken een crisis zonder voorgaande door: drie maanden na de stembusgang verkeren Nederland en België nog altijd in afwachting. Ze wachten op de programmaverklaring en de samenstelling van een regering, waarbij desnoods een beroep wordt gedaan op onwaarschijnlijke coalities.

Zonder voorgaande? Dat ze bij Le Monde geen weet hebben van de formatie van de verschillende kabinetten Drees kan ik begrijpen: ze bestonden toen zelf nog maar pas. Maar op een site van de Nederlandse overheid zouden ze wel dit hebben kunnen lezen (in het Nederlands weliswaar...): De langste kabinetsformatie was in 1977. Nadat het kabinet van minister-president Joop den Uyl (PvdA) was gevallen, duurde het maar liefst van maart tot half december, 208 dagen, voordat er weer een nieuw kabinet was. Niet meer met premier Den Uyl, maar met premier Van Agt (CDA).

In Brussel hebben de kwellingen al in 2007 een aanvang genomen. De Vlaamse christendemocraat Yves Leterme heeft een legitimatie gegeven aan de boodschap van de Vlaamse independentisten, waarmee hij zich geassocieerd had. Maar net zoals zijn partij, is hij verslonden door deze Nieuwe Vlaamse Alliantie die, dankzij hem, de idee kon laten gedijen van een autonoom Vlaanderen, bevrijd van het Waalse blok aan het been, en in staat om beslag te leggen op Brussel. In België is de verwarring vandaag zo groot, dat een splitsingsscenario niet onrealistisch meer is.

Leterme hier aanwijzen als grote oorzaak is licht ondermaats voor een politiek journalist: de maatschappelijke of politieke krachten die de CD&V toen voelde, hadden tot dat kartel geleid en Leterme was de toevallige protagonist, toch? Wat is die Monde-editorialist vals naïef! Eén enkele man zou dan de politiek van een land maken, Stroobants? want bij die naam mag ik u toch noemen?

Nederland mag dan gespaard zijn van taalperikelen, de situatie is er evenmin florissant. Twee traditionele partijen –christendemocraten en liberalen– hebben een poging ondernomen om een duivelspact te maken met het extreemrechts van het Kamerlid Geert Wilders, de islamofobe onruststoker. De twee partijen verbonden zich tot een krachtig beleid jegens de immigranten, in ruil voor steun van de populisten voor hun minderheidscoalitie en hun bezuinigingsprogramma. Dhr. Wilders heeft dit kaartenhuisje laten instorten met zijn kritiek op de geloofwaardigheid van de christendemocraten.

Hij vindt het nergens voor nodig om zijn analytische instrumenten, als daar zijn de termen populisme, duivelspact, extreemrechts, islamofobie of onruststoker, ook maar enigszins te onderbouwen. Iedereen weet wel wat ze betekenen en kent er het nut en de bruikbaarheid van.

Al werden zij lange tijd als voorbeelden van de kunst van het compromis genoemd, en ook al zijn er verschillen, toch lijden de twee noordelijke staten aan gelijkaardige kwalen. Aan de opkomst van een populisme dat egoïstisch en soms anti-Europees is. Aan de afkeuring door de publieke opinie, van politieke systemen die naar adem snakken. En aan de versnippering van het kiespubliek, een gevolg van het systeem van de evenredige vertegenwoordiging, waarbij er in België ook nog opkomstplicht bestaat, wat het gevoel dat men er de buik vol van heeft nog aanwakkert.

De gebruikelijke journalistieke leugen over “Europees” terwijl enkel de EU-machine bedoeld wordt, is hier nog niet het ergste. Over dat “naar adem snakken”, en onder welke omstandigheden die ademnood is ontstaan, zou ik van onze vriend graag hebben vernomen, maar dat zou een politieke terminologie vereisen, geen morele. Journalisten in ademnood hebben enkel nog termen als “egoïstisch” ter beschikking.

Omdat de stemmenverschuivingen altijd plaats hadden tussen de drie klassieke stromingen, christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen, hebben de Belgische en Nederlandse democratieën de protestpartijen laten opbloeien, die hen nu uit hun evenwicht dreigen te brengen.

Een term als “evenwicht” hoort iedereen graag, al is het een puur kleurwoordje.

Na het radicale en xenofobe extreemrechts, heeft Vlaanderen nu een nationalistische rechterzijde zien ontstaan die ontdaan is van complexen, en die het thema van “slecht bestuur” weet te koppelen aan onafhankelijkheidseisen, en de aanklacht tegen de geldtransfers naar de “arme” Francofonen.

Radicaal is blijkbaar een scheldterm zoals xenofoob, en extreemrechts is een etiket dat onze editorialist graag bezigt, maar alle drie samen leveren deze kwalificaties nog geen politieke analyse op.

In Nederland hebben de klassieke partijen de dreiging niet zien aankomen van het antimuzelmaans populisme dat van elke vreemdeling een zondebok maakt.

Wie maakt “van elke vreemdeling een zondebok” beste Le Monde-journalist? En hebben uw 'klassieke' partijen het probleem van de islamimmigratie dan goed aangepakt? Gaven zij aan de bevolking een betrouwbaar beeld, hier of in Nederland, of gelijk waar in Europa, van zelfs de grootteorde ervan? Nog gezwegen over de inhoud van deze importideologie. Geef ons een bruikbare definitie van uw eigen term populisme, en dan zullen zowel uzelf als wij veel wijzer zijn. Maak vooral goed het onderscheid met volkswil, meerderheid en dergelijke termen, die je wel eens ontmoet in geschriften over democratie.

Hoe klein ze aanvankelijk ook waren, door de onmacht van de traditionele partijen, die geen rationele argumenten wisten tegen het populistisch geschreeuw, hebben in beide landen minderheidspartijen naamsbekendheid verkregen. Dankzij de nieuwsgierigheid van media, altijd tuk op nieuwigheden, die hun boodschap versterkten, zijn deze laatste geloofwaardig geworden. Bovenal dankzij een kiessysteem dat de Parlementen heeft getransformeerd tot echokamers voor karikaturale standpunten waar het om belangrijke politieke kwesties gaat. Een onrustbarende vaststelling.

Nee Le Monde, voor een verandering van het kiessysteem pleiten als de kiesuitslagen even tegenvallen is goedkoop, en niet meteen een bewijs van een democratische gezindheid. Overigens, vallen jullie nu zelf de media aan? zodat de bloggers dat niet meer hoeven te doen? Een onrustbarende vaststelling.
.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html