29 september 2012

Op zoek naar graziger weiden


De page van Patrick
Wordt menner bij de Knack
Dat houdt de teugels strak
Maar lezers zijn geen paarden
Zij gaan naar uiterwaarden
Op vakantie met Rik

.
.

27 september 2012

De Geschiedenis begint niet bij je eigen geboorte

.
Iemand kan een stuk laten publiceren en het ondertekenen met “politiek filosoof”, maar dat laatste lijkt mij geen beschermde titel te zijn, want zekere Bleri Lleshi doet dat in Knack en afgaand op wat de man weet en ook niet weet, lijkt hij mij eerder politicoloog te zijn. Zijn intellectuele bagage is niet van die aard dat er zwaardere termen aan te pas moeten komen, want noch van politiek, noch van filosofie, noch van cultuurgeschiedenis overigens lijkt deze jongeman veel te hebben opgestoken.
Hier een paragraafje van hem, dat spijtig genoeg begint met een lullig cliché. Bleri stelt namelijk vast dat er bij hem iets “van het scherm spat”. Daar moet u overheen kijken, lezer, want die wending was tot nog nog voor enkele jaren inderdaad populair. Wekelijks constateerden toen literaire recensenten dat in de hun voorgelegde romans “het pure plezier van het schrijven bij elke regel van het blad spatte”.
De mens is een sociaal dier, en als hij een uitdrukking hoort of leest die hij mooi vindt, dan is die mens geneigd die uitdrukking zelf ook te gebruiken en daar is niets mis mee, integendeel. Laat dus die eerste zin van Bleri geen al te grote rol spelen bij uw oordeel: 
De arrogantie waarmee u antwoordt op de vragen van deze journalist spat van mijn computerscherm. Het is dezelfde arrogantie in combinatie met uw Calimero-discours waarmee u de mensen telkens weer zo mooi weet te verdelen: zij die voor u zijn en al de rest. Die andere conservatieve politicus, George Bush, maakte daar ook gebruik van toen hij zei: “You are either with us or against us”. Met een dergelijke visie zal u Antwerpen noch Vlaanderen ooit kunnen besturen.
Misschien had u die vergelijking met dat stripfiguurtje eerder ook al eens gelezen, maar daarbij, lezer, geldt dezelfde opmerking als hierboven over socialisatie, conformering &c. Een overdreven hang naar originaliteit werkt vaak ongunstig.
Waar ik wel over struikelde, was die korte blik op de geschiedenis die bij onze politicoloog Leshi opvalt. De geschiedenis, ook de geschiedenis van de uitdrukkingen en zegswijzen, is toch ouder dan wat de man zich daarbij voorstelt, en zeker ouder dan wat Dubya Bush allemaal heeft verteld.
De jonge Bush zal dat inderdaad eens gezegd hebben van die either...or, maar dan, waarom hém eruit pikken? ...want iedereen die met de christelijke cultuur vertrouwd is –van ver of van dichtbijzal dat al eens gezegd hebben in de een of andere variant. Niet bij die George, maar bij Lukas staat de oervorm:
11:23 Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit. (Statenvertaling)
Nu moet Bart De Wever ook nog kunnen volgen, dus: qui non est mecum adversum me est, et qui non colligit mecum, dispergit.
Of, te zijner verstrooiing misschien een nog iets oudere versie: ο μη ων μετ εμου κατ εμου εστιν και ο μη συναγων μετ εμου σκορπιζει
.

24 september 2012

Guy over de liberale partijkopstukken

.
Een woordelijke transcriptie is altijd beter dan een journalistiek verslag van een gesprek. We zien dat Guy Verhofstadt zich eerst wat verschuilt achter les dirigeants de son parti, en daar is Alexander niet bij. Al snel wordt Guy  zich min of meer bewust van de draagwijdte van zijn woorden, en spreekt hij plots wat minder luid:  

RTBf: Je reviens sur une phrase que vous aviez dite –honnêtement je ne sais plus si c’était dans une déclaration gouvernementale, ou dans une déclaration à la Chambre– le premier mardi d’octobre, vous aviez dit: «On pourra nous juger, on pourra dire qu’on aura réussi, si on a fait reculer l’extrême-droite en Flandre.» Est-ce que finalement ce n’est pas Bart De Wever qui est en train de réussir cela? 
Guy Verhofstadt: Je ne vais pas faire des commentaires là-dessus parce que ça ouvre toute la discussion: c’est quoi l’extrême-droite ? est-ce qu’il fait partie de l’extrême-droite lui-même, oui ou non ?
RTBf: Vous-même vous ne savez pas ? 
Guy Verhofstadt: La réponse a été donnée par les dirigeants de mon parti, par Karel De Gucht qui a dit : «oui, en fait…» –non par Patrick Dewael, je m’excuse– c’est lui qui a dit : «en fait c’est la même chose.» Et il n’a pas tort, quand on voit qu'il y a beaucoup-beaucoup-beaucoup de gens de l’extrême-droite qui sont sur ces listes. 
RTBf: Donc, pardon, c’est aussi votre avis, comme Patrick Dewael vous dites, qu’en fait c’est la même chose, la N-VA, Vlaams Belang: même chose.
Guy Verhofstadt: Faut pas, il ne faut pas mêler tout, mais il y a beaucoup... hein... on peut constater, vous comme moi qu’il y a en fait beaucoup de candidats sur leurs listes.


.

22 september 2012

Rik Pinxten en de moeilijke woorden


Ik las, lezer, vandaag in De Standaard op pagina drieënveertig een heel moeilijke zin. Hij stond tussen nog meer moeilijke zinnen, in een interview waarin glashelder bewezen werd dat wij, westerlingen, ten prooi zijn aan het verfoeilijke wij-zij-denken. 
Hier is hij: “Om die interculturele ‘wij’ te organiseren, moet je vertrekken van pragmatiek, praktijken, afspraken.” 
Nu moet je niet ook al die andere zinnen lezen die op pagina drieënveertig staan –en op pagina tweeënveertig trouwens– om te vermoeden dat hier een Vlaamse intellectueel aan het woord is. Het is niet dat "interculturele" echt een moeilijk woord dat dit vermoeden voedt, maar wel de twee complexloze woordjes “die...wij”. Daarna weet je genoeg, want “wij” is hier vanzelfsprekend een neutrum, en je zegt ook niet “die paard”. 

En de foto bovenaan –zoals gebruikelijk een halve bladzijde groot– bewijst inderdaad ons vermoeden. Aan het woord is namelijk de antropoloog Rik Pinxten. Nu vraagt u zich misschien af, lezer, wat ook alweer een antropoloog is. Dat is geen schande want de definitie is vaag, maar eigenlijk is het simpel: het is iemand die ooit als jongeman enkele weken in een hotel heeft doorgebracht dat niet al te ver verwijderd lag van een indianenreservaat.
Hiermee wil ik niet suggereren dat de antropoloog Pinxten geen echte antropoloog zou zijn, en nog minder dat hij de basisteksten van de filosofie niet zou kennen. Dat laatste deed Vermeersch immers al, eens en voorgoed, en ook in De Standaard, met de woorden: "Rik Pinxten geeft blijk van een totale onwetendheid betreffende zijn eigen vakgebied. Zelfs de 'ringparabel' uit Nathan der Weise, een kerntekst van de verlichting, en van onze cultuur überhaupt, die zijn thesis ontkracht, lijkt hem onbekend, pijnlijk!"  Helaas bleef deze appreciatie van een collega zonder enig weerwerk van professor Pinxten. 

Maar wat ik wél wil beweren, is misschien nog erger: dat Rik ...tot het filosofische vocabularium toe maar half beheerst. Een woord als “pragmatiek” bijvoorbeeld, komt bij zijn breedvoerige en geleerde beschouwingen op pagina drieënveertig gewoon niet te pas. Rik bedoelde wellicht “Praxis”, maar schrok misschien terug voor de historische connotaties van die term, die hem mogelijk bekend zijn.
Laat me, te zijner stichting, niet een moeilijk filosofisch werk erbij halen, maar de gewone, zij het Dikke van Dale
Pragmatiek (zn) : deelgebied van de taalfilosofie en taalkunde dat zich bezighoudt met de invloed van de context op betekenis.
Nee, zo had Rik het nu ook weer niet bedoeld.
  .

21 september 2012

Patrick heeft zich erbij neergelegd

.
In de wetenschap is het bekend dat ontdekkingen en uitvindingen vaak uit een onoplettendheid geboren worden, of soms zelfs door puur toeval het licht zien. Ook bij de productie van kunst en schoonheid komt iets dergelijks wel voor. Een kleine onachtzaamheid kan dan juweeltjes opleveren.
Hoe het juist in zijn werk gaat met die toevalligheden, legde de reclameman Patrick Janssens net uit aan de luisteraars van Radio1. De journalist van dienst had Patrick gevraagd waarom hij op de cover van zijn Patrickmagazine ook zijn zoontje ten tonele had gevoerd. Die vraag kwam niet geheel uit de lucht gevallen want inderdaad zijn in moreel opzicht zulke zaken, zoals men zegt voor discussie vatbaar. Een beetje op 't randje, besefte Patrick zelf. Terecht, want al kan dit procedé soms schoonheid opleveren, vanuit een politiek oogpunt beschouwd is het onbetekenend.
Maar nu kwam al snel aan het licht dat Patrick zelf niet veel te maken had gehad met die misschien wat bedenkelijke keuze. Patrick noemde na elkaar twee personen die meer van de zaak afwisten. Bleek dat ten huize van Patrick en elders, in de privésfeer een aantal foto's waren gemaakt –dat was Herman zijn werk geweest– en dat één van die foto's in de handen van de eindredacteur Jörgen was gevallen. Het onheil was geschied, en Patrick heeft zich dan maar geschikt in de loop der dingen:




"Daar is eigenlijk niet zo erg over nagedacht. Herman Selleslags, die de foto gemaakt heeft, heeft mij twee dagen gevolgd. Die heeft ook een aantal privé-foto’s gemaakt en ...en die ene foto zat daar tussen, en ja, Jörgen Oosterwaal de hoofdredacteur heeft die foto gezien en zegt: ja, die wil ik eigenlijk op de cover. Ik heb er heel lang over nagedacht, of ik dat wel zou toestaan, maar ik vind dat het net kan en dus euh… euh, ik heb er mij bij neergelegd, laat ons het zo zeggen."

.

19 september 2012

Il n'y a pas de Belges


Deze voormiddag was er in het Vlaams Parlement de voorstelling van “Ils nous ont pris la Flandre” van Rik Van Cauwelaert, en uitgegeven bij Pelckmans. Het boekje (136 blz.) bevat naast zijn essay ook een vertaling van de volledige brief uit 1912, van de Waalse socialist Jules Destrée aan Albert I, en in die brief van tienduizend woorden staat heel wat meer dan het bekende: “Il n'y a pas de Belges”.

Rik Van Cauwelaert had me gevraagd om die vertaling te maken, wat ik natuurlijk heel graag deed, want Destrée schrijft zoals ik het graag lees: precies genoeg pathos, en precies genoeg precisie.

Kamervoorzitter Peumans gaf een korte inleiding, waarna de historicus Philippe Destatte, directeur van het Institut Jules Destrée, een bijzonder interessante uiteenzetting hield. Veel politici aanwezig, maar weinig journalisten.
.


5 september 2012

Dallas

.
Vanaf 1979 hield Karel van het Reve op de Nederlandse Wereldomroep zijn landgenoten in de Overzeese Rijksdelen op de hoogte van wat er in het vaderland omging. Hij deed dat 12 jaar lang en zijn radiopraatjes duurden telkens drie of vier minuten. Hij sprak over alles: Haagse politiek, Amsterdamse politiek, journalistiek, de Elfstedentocht, krakers, het Nederlandse volkskarakter, de universiteit, naaktstranden, soms ook over televisieprogramma’s.

Omdat ik nu –via Linda De Win en Joël De Ceulaer– op twitter lees dat de serie Dallas weer op de buis is (dat heette toen zo), en ik hun beider enthousiasme zie, geef ik een klacht die Karel van het Reve toentertijd had over deze serie:




De meeste van zijn radiopraatjes staan in de bundel Luisteraars! (van Oorschot, 1995), maar eigenaardig genoeg ontbreekt dit stukje. Elke journalist en elke schrijver zou er meen ik goed aan doen, als hij deze tekst zelf maar eens transcribeerde.
.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html