9 september 2013

Wetten en Pantoffels


Oikofobie, de angst voor het eigene, is een nieuw boek van de Nederlandse auteur Thierry Baudet. Het verscheen bij Prometheus/Bert Bakker en bevat een goede vijftig essays, ondergebracht in vijf hoofdstukken, handelend over de EU, over modernisme, immigratie, Wilders enzovoort. Roger Scruton ontwierp die term “oikofobie” als tegenhanger voor het alom bekende xenofobie. De angst voor het eigene inderdaad, want οίκος is een Grieks woord dat in het Latijn “vicus” gaf, en bij ons “wijk”.

Een van de hoofdstukken in het boek heet “Rechtsstaat en Politiek” en de jurist en filosoof Baudet is daarin op zijn best, en scherpst. Op vage juridische termen zoals bijvoorbeeld “mensenrechten” heeft hij het niet begrepen. Hij vindt deze rechten zelfs onverenigbaar met de democratische rechtsstaat en neemt geen blad voor de mond:

“Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg heeft zich de afgelopen jaren ontpopt tot een allesverslindend monster dat zonder enige legitimiteit talloze nationale wetten en regelingen buiten werking stelt. […] De centrale denkfout achter juridische codificatie van het mensenrechtendiscours is dat universele principes van rechtvaardigheid geen van tijd en plaats afhankelijke interpretatie zouden vergen. Maar dat is nu juist wél het geval.”

Het Hof heeft de neiging om het begrip “mensenrechten” eindeloos op te rekken, zegt Baudet: er komen altijd maar nieuwe rechten bij. Hij maakt deze stelling hard met vele bewijzen en voorbeelden en we mogen hopen dat onze politici hem zullen lezen, want zijn argumenten zijn klassiek, en ouder dan het Hof van Straatsburg. 

Ik moest hier denken aan de geniale achttiende-eeuwse diplomaat en econoom Ferdinando Galiani. Die zag toen al in dat concepten als “grondrecht” of “mensenrecht” aanleiding zouden geven tot het ontstaan van steeds weer nieuwe, afgeleide rechten. Galiani stelde voor om als eerste grondrecht “het recht om te stappen” te nemen. Hieruit volgt, zei hij, dat elke mens ook het grondrecht heeft om binnenshuis te stappen, en bijgevolg het grondrecht op pantoffels.

“Le droit naturel que tous les hommes ont à marcher et aux moyens de marcher, est tellement le premier de nos droits fondamentaux, que, sans lui, nous ne pourrions plus remuer nos pieds. Nous aurions peut-être des béquilles très anciennes, mais non des pantoufles fondamentales. Non, si nous ne remontons au droit de marcher pour trouver le premier principe de toutes les Pantoufles, il n’en est pas une dont nous puissions montrer la raison essentielle et primitive […]”

“Elke mens heeft het natuurlijke recht om te stappen, en op de middelen daartoe. Dat is zozeer het eerste van onze fundamentele rechten, dat wij zonder dat recht geen voet meer zouden kunnen verzetten. Wij zouden dan misschien wel heel oude krukken hebben, maar geen fundamentele pantoffels. Nee, als wij bij onze zoektocht naar het eerste principe van alle Pantoffels, niet teruggaan tot het recht om te stappen, dan is er niet één waarvan wij kunnen aantonen dat het een essentieel, een basisconcept is […].”

Rechten als pantoffels, en grondrechten als Pantoufles fondamentales, dat vraagt wat uitleg. Galiani speelde met een toen bekende uitdrukking: “raisonner pantoufle”, faire des raisonnements de travers (dictionnaire de l’Académie française, 1789), ofwel gebrekkig redeneren.

in : Ferdinando Galiani/Louise d’Épinay
Correspondance I, 1769-1770
Les Éditions Desjonquères, 1992, p. 274


Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html