20 september 2013

Hoe men over de doodstraf dacht in de Verlichting, en hoe men er vandaag over denkt


Élisabeth en Robert Badinter werden vandaag doctores honoris causa van de ULB. Je hebt universiteiten die licht omspringen met dit soort doctoraten en ze bijvoorbeeld uitdelen aan tennissers (VUB) of aan Coburgs (KUL), maar de ULB hoort daar niet bij. Het echtpaar Badinter heeft echte verdiensten.
Élisabeth is auteur en filosofe (en zakenvrouw). Haar man is advocaat, en was in de regeringen van Pierre Mauroy Minister van Justitie, of Garde des Sceaux zoals dat in Frankrijk heet met een naam uit het Ancien Régime. Hij kon na een lange strijd een wet laten goedkeuren die de doodstraf in Frankrijk afschafte.

Samen schreef het echtpaar meerdere boeken, waaronder biografieën zoals het standaardwerk “Condorcet, un intellectuel en politique”, 1988 bij Fayard. Ik noem nu speciaal dit boek omdat ik het deze zomer las, en omdat Condorcet al in de XVIIIde eeuw vocht tegen de doodstraf. Hij deed dat samen met mensen als de jurist Cesare Beccaria, wiens boek “Dei delitti e delle pene” van 1764 grote indruk had gemaakt in Europa, tot aan de Duitse en Russische Hoven toe. Het boek werd namelijk onmiddellijk in alle talen vertaald. Bij de moderne Franse vertaling (Flammarion, 1991) schreef Robert Badinter een schitterend voorwoord.

En nu lezen we even wat de bekende strafpleiter Piet Van Eeckhaut deze zomer in Humo verklaarde:
«Ik ben lange tijd een tegenstander geweest van de doodstraf. Ik ben een groot bewonderaar van François Mitter[r]and en zijn minister van justitie. Zij hebben in Frankrijk, het land van de guillotine, in 1981 de doodstraf afgeschaft. Maar vandaag vraag ik me toch af wat je met sommige hardcore misdadigers moet doen. Iemand die een weerloze oude vrouw doodt in haar eigen huis, ik weet niet of we daar zo veel mededogen voor moeten hebben. Ik vind dat wij, in uitzonderlijke gevallen, de filosofische en religieuze bezwaren opzij moeten zetten. Sommige mensen moeten verdelgd worden. Weinigen, maar ze zijn er.»

Iemand moet dat voorwoord van Badinter eens luidop voorlezen aan zijn bewonderaar meester Van Eeckhaut, het zijn maar 39 pagina’s. Of hij moet zelf eens lezen wat Condorcet te vertellen had in zijn brieven, verhandelingen en krantenstukken.
Voor een grondige bespreking van Condorcets argumenten is hier geen plaats, maar zelfs een terzijde van hem is de moeite waard en bevat een argument dat een strafpleiter zal aanspreken. Condorcet was behalve politicus ook een beroemde wiskundige en statisticus, nauwelijks minder geniaal dan bijvoorbeeld Leonhard Euler die hij bezocht en met wie hij correspondeerde.
Condorcet stelt dat gerechtelijke dwalingen niet te vermijden zijn, en dat ze statistisch eenmaal vaker voorkomen in zaken waar de emoties sterk oplaaien. Nu spreken feiten waar de doodstraf op staat altijd sterk tot de gemoederen, dus ook tot die van de rechters.

Statistieken zijn niet altijd leugens en misschien moet meester Van Eeckhaut hier eens aan denken als hij het heeft over zijn “weinigen”, en over “principes die overboord moeten”. Moet dat “verdelgen” van hem dan maar zonder principes?

Overigens moet hij ons ook nog vertellen hoe dat verdelgen precies in zijn werk zal gaan. Zullen we alvast de guillotine van het Gravensteen een opknapbeurt geven? of verkiest hij de wat modernere elektrische stoel? de gifspuit kan natuurlijk ook, lekker clean. De dood met de kogel moet mijns inziens voorbehouden blijven voor militairen, of onder omstandigheden ook voor incivieken.

Nu, welke methode Van Eeckhaut ook verkiest, zeker is dat het ambt van beul weer in het leven moet worden geroepen. En ambtenaren moet je aanwerven volgens bepaalde procedures. Wil Piet daarvoor Selor inschakelen, of kan het ook met een gewone politieke benoeming?


Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html